In vorige posts bespraken we dat het essentieel is om geinvesteerd te blijven en niet te proberen de markt te timen. Dit is één van de redenen waarom retailinvesteerders het vaak slechter doen dan een brede index. Hun drawdowns - of top-to-bottom verliezen - triggeren emoties die zeer herkenbaar menselijk zijn maar uitermate nefast voor de kansen van hun beleggingsstrategie.

Men twijfelt dan over gemaakte keuzes of voelt simpelweg paniek bij grote correcties en crashes, waardoor de retailinvesteerder uitstapt en zijn langetermijn rendement nooit kan verzilveren.

Grand Central

Een zéér belangrijke stap vooraleer te investeren in risicoactiva, zoals we eerder al benadrukten, is weten wanneer je het geld nodig zult hebben. In principe is het dan een vrij rechtlijnige afweging tussen de risicopremies plukken van een gediversifieerde aandelenportefeuille en de tijdelijke drawdowns kunnen overbruggen. Instrumenteel in die stap is het kennen van historische drawdowns en hun herstelperiodes.

Waaraan moet ik mij verwachten?

Eveneens is het nuttig de macro-economische (inflatie, schuldcrisis, oorlog,…) of demografische redenen (zoals de vooruitlopende Japanse vergrijzing en boom en bust van hun Lost Decade) hiervoor te kennen. Hieronder vind je een nuttig overzicht van de belangrijkste historische drawdowns op financiële markten sinds de Tulpengekte in Amsterdam in 1637, vaak aangehaald als de moeder van alle bubbels en marktimplosies.

Jaartal Omschrijving Diepte van de drawdown Duur van de drawdown
1637 Tulpomania: Nederlandse tulpenmarktbubble barstte. Meer dan 99% (in tulpenprijzen) Nooit hersteld
1797 Paniek van 1797: Bankencrisis door Napoleontische Oorlogen en vastgoedzeepbel. Tot 75% in Amerikaanse aandelen 2 jaar (1797-1799)
1819 Paniek van 1819: Eerste grote financiële crisis in de VS na de naoorlogse boom. Ongeveer 50% in Amerikaanse markten 3 jaar (1819-1822)
1837 Paniek van 1837: Instorting van Amerikaanse banken en vastgoedmarkt. 50-60% in Amerikaanse activa 5 jaar (1837-1842)
1857 Paniek van 1857: Wereldwijde neergang door bank- en spoorwegfaillissementen in de VS. Ongeveer 50% in Amerikaanse aandelen 2 jaar (1857-1859)
1884 Paniek van 1884: Bankencrisis in de VS door faillissementen van makelaars. 15-20% in Amerikaanse aandelenmarkten 1-2 jaar (1884-1886)
1901 Paniek van 1901: Aandelenmarktslag om de Northern Pacific Railway. 46% in Amerikaanse aandelenmarkt Ongeveer 1 jaar (1901-1902)
1907 Paniek van 1907: Liquiditeitscrisis bij banken en trusts in New York. Ongeveer 50% in Amerikaanse aandelenmarkt 1 jaar (1907-1908)
1929 Grote Depressie: Wall Street Crash leidde tot wereldwijde depressie. 89% in Amerikaanse aandelen (Dow Jones) 25 jaar (1929-1954)
1973-74 Oliecrisis en stagflatie. 45% in Amerikaanse aandelen Enkele jaren (1973-1976)
1980s Japanse activabubbel en Lost Decade. 82% in Nikkei 225 35 jaar (1989-2024)
1987 Zwarte Maandag: Aandelenmarkt crash door algorithmic trading. Ongeveer 30% wereldwijd (Dow Jones) 2 jaar (1987-1989)
1997 Aziatische financiële crisis: Valuta- en aandelenmarkten crashen in Azië. 50-70% in getroffen Aziatische markten 1-2 jaar (1997-1999)
1998 Russische financiële crisis: Staatsfaillissement en roebel devaluatie. Ongeveer 90% in Russische aandelen Langzaam herstel na 1998
2000-02 Dotcomzeepbel: Tech-aandelenbubbel barstte. Ongeveer 49% in MSCI World Index 6,5 jaar (2000-2006)
2007-08 Wereldwijde financiële crisis: Instorting van de huizenmarkt en bankencrisis. Ongeveer 57% in MSCI World Index 5-6 jaar (2007-2013)
2010-12 Europese staatsschuldencrisis: Schuldproblemen in Eurozone-landen. 29% in STOXX 600 2 jaar (2011-2013)
2020 COVID-19-pandemie: Wereldwijde economische stilleggingen. Meer dan 30% in wereldwijde aandelenmarkten Snel herstel door fiscale en monetaire stimuli (enkele maanden durende "V-shape" recovery)

Oei, dus voor 7% return per jaar riskeren we de helft of meer van ons geld te verliezen? Is dit wel efficiënt? Biedt die “equity risk premium” die we willen plukken dan geen slechte tradeoff met de risicos, in vergelijking met voldoening te nemen met 3-4% per jaar genererende vastrentende effecten die amper drawdowns kennen?

Het antwoord is opnieuw de wet van samengestelde interest: dY = rYdt. De grootte van je portefeuille groeit proportioneel met de grootte van je portefeuille zelf. Ondanks barslechte jaren op de markten stijgt de beurs toch gemiddeld met 7% per jaar, dit wil zeggen inclusief de slechte jaren.

De meest spectaculaire drawdown die je moet conceptualiseren is de grafiek die het verschil vergelijkt tussen een lange periode in cash zitten versus geinvesteerd zijn, m.a.w. de drawdown van je opportuniteitskost over de tijd. Bijvoorbeeld, als je 100 euro in cash aanhoudt over 10 jaar waarbij de beurs je 7% p.a. presteert, dan kan die beurs onderweg eens 20% verloren hebben, maar is dat irrelevant t.a.v. de relatieve drawdown van 100% t.o.v. iemand die belegd had en zijn geld verdubbeld heeft over die periode. Die zal misschien jaren van 20% verlies en jaren van 20% stijging afgewisseld hebben, maar als hij niet uitgestapt is werd die beloond voor het uitzitten van de volatiele rit.

Een ander belangrijk punt is dat deze drawdowns “top-to-bottom” zijn, oftewel worst case. Weinigen hebben exact op de top gekocht en in het dal gepanikeerd en verkocht. “It ain’t real until it’s realized.” Als je niet panikeert valt die drawdown vaak mee t.o.v. de maximale drawdown en als je bijkoopt in het dal - bv. met “dollar cost averaging” - kan je zelf tijdens moeilijke periodes een deftige gemiddelde return behalen.

Wat moeten we nu met deze tabel?

Het allerbelangrijkste is weten hoelang je kunt belegd blijven, zodat je nooit tijdens een mogelijks volgende dramatische marktepisode verplicht moet uitstappen en het verlies móet incasseren, terwijl je op dat moment misschien net niet panikeert. Weten dat die verliezen er bij horen maar gewoon een “slechte timing” kennen en moeten liquideren is zeer pijnlijk en moet natuurlijk ten allen tijde vermeden worden.

Tenslotte is er een belangrijk principe dat dient gerespecteerd te worden.

Pas deze drawdowns (bv. 50%) eens toe op je portefeuille. Verandert er iets fundamenteel aan je levensstijl? Je werk, woning, aankopen, vrije tijd uitgaven en zo voort. Neen? Go ahead. Ja? Doe het niet en kijk naar de spaarmarkt.

Kunnen leven met een worst case scenario is een belangrijke voorwaarde voor je kunt beginnen met investeren.

Emiel